statuten

Statuten (vastgesteld op de algemene ledenvergadering 29 maart 2025)

Naam 
Artikel 1 

De vereniging draagt de naam: Wildbeheereenheid De Aarlanden

Zetel 
Artikel 2 

De vereniging heeft haar zetel te Aarlanderveen in de gemeente Alphen aan den Rijn. 

Begripsbepalingen 
Artikel 3 

In deze statuten wordt verstaan onder: 
  1. faunabeheer: duurzaam beheer van in het wild levende faunasoorten;
  2. faunabeheereenheid: als bedoeld in artikel 8.1 van de Omgevingswet;
  3. faunabeheerplan: als bedoeld in artikel 8.1 van de Omgevingswet;
  4. faunasoorten: soorten die overeenkomstig de Omgevingswet kunnen worden bejaagd en/of beheerd en/of bestreden;
  5. grondgebruiker: grondgebruiker als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Omgevingswet;
  6. huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement dat de algemene vergadering heeft vastgesteld;
  7. jacht: bemachtigen, opzettelijk doden of met het oog daarop opsporen van dieren van soorten genoemd in artikel 8.3 lid 4 van de Omgevingswet, en het doen van pogingen daartoe, in overeenstemming met de regels over de uitoefening van de jacht, gesteld op grond van artikel 4.3 lid 1 onder k van de Omgevingswet;
  8. omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit: onder voorgaande wet en regelgeving genoemd de jachtakte;
  9. jachtgeweeractiviteit: het gebruik van het geweer om in het wild levende dieren te doden;
  10. jachthouder: degene die op grond van artikel 8.3 van de Omgevingswet gerechtigd is tot het uitoefen van de jacht;
  11. jagen: bemachtigen, doden of met het oog daarop opsporen van in het wild levende faunasoorten, alsmede het doen van pogingen daartoe, zulks met het oog op verstandig gebruik van de natuur, populatiebeheer en schadebestrijding ingekaderd in planmatig natuur-, fauna- en wildbeheer;
  12. jager: degene die jaagt;
  13. laatstzittende jachthouder: de persoon die als laatste gerechtigd was tot het uitoefenen van de jacht in een jachtveld;
  14. Omgevingswet: de Omgevingswet (Staatsblad 2016,156), zoals deze wet van tijd tot tijd zal luiden, dan wel de wettelijke regeling die voor de Omgevingswet in de plaats mocht treden;
  15. tegenstrijdig belang: een direct of indirect persoonlijk belang dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Hiervan is in ieder geval sprake indien de vereniging voornemens is een overeenkomst aan te gaan met een bestuurder, zijn/haar echtgeno(o)t(e) casu quo partner, of met een bloed- of aanverwant tot in de vierde (4e) graad van een bestuurder dan wel met een rechtspersoon of personenvennootschap waarin een of meer van de hiervoor genoemde personen direct of indirect een materieel financieel belang houdt. Een reguliere verlenging van een lopende jachthuurovereenkomst casu quo het opnieuw verstrekken van de toestemming tot het uitoefenen van de jacht buiten gezelschap, is onder het hiervoor bepaalde niet begrepen;
  16. tijdelijk bestuurder: de persoon die in geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders met toepassing van het bepaalde in artikel 16 lid 4 van deze statuten tijdelijk met het bestuur is belast;
  17. vereniging: de vereniging waarvan de organisatie wordt geregeld in deze statuten;
  18. weidelijkheid: in overeenstemming met de landelijke gedrags- en fatsoensnormen zoals neergelegd in opgestelde of op te stellen voorschriften;
  19. wildbeheer: duurzaam beheer van wildsoorten.
Werkgebied
Artikel 4

De omvang van het gebied waarbinnen door de vereniging wordt gestreefd naar verwezenlijking van de doelstelling wordt in beginsel bepaald door het gebied waarbinnen door de leden de uitoefening van het genot van de jacht, beheer en schadebestrijding plaatsvindt en is weergegeven op de aan deze akte gehechte kaart. Bij of krachtens het huishoudelijk reglement kan het werkgebied worden aangepast.

Omschrijving, doel en middelen
Artikel 5

  1. De vereniging is een vereniging van jachthouders met een omgevingsvergunningvoor een jachtgeweeractiviteit en anderen die tot doel heeft te bevorderen dat: (i) een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren; een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren; (ii) de bestrijding van schadeveroorzakende dieren; (iii) en de jacht worden uitgevoerd mede in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers en/of terreinbeheerders en mede ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.
  2. Bij de verwezenlijking van de in artikel 5 lid 1 genoemde doelstelling aanvaardt de vereniging als grondslag de navolgende beginselen: (a) jagers zijn dragers bij uitstek van de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de fauna in Nederland; (b) gezien de centrale rol van de jager bij de uitvoering van de jacht, populatiebeheer en schadebestrijding wordt aanvaard dat de jager een dienende taak heeft bij het voorkomen en bestrijden van wildschade bij onder andere land-, tuin- en bosbouw enerzijds en, met het oog op herstel en handhaving van de redelijke wildstand, bij evenwichtige regulering en beheer van soorten anderzijds; (c) de leden van de vereniging dienen zich voortdurend te laten leiden door de gedachte dat jacht alleen kan plaatsvinden op basis van het beginsel van duurzaam gebruik van natuurlijke (hulp)bronnen.
  3. De vereniging tracht het in artikel 5 lid 1 omschreven doel onder meer te bereiken door: (a) in samenwerking met (semi)publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke organisaties op het gebied van de land-, tuin- en bosbouw en de eigenaren en gebruikers van de gronden, waarop de leden de jacht kunnen uitoefenen, te streven naar verbetering van de kwaliteit van het biotoop, zulks zo mogelijk met gelijktijdig herstel en/of handhaving van de landschappelijke waarden in dit gebied; (b) het op eigen naam ten behoeve van haar leden desgewenst verwerven van jachtrechten binnen het werkgebied van de vereniging; (c) nauw met de belangenverenigingen en andere wildbeheereenheden samen te werken ter bevordering van een eensgezinde behartiging van de jachtbelangen op lokaal, provinciaal en nationaal niveau; (d) de leden te stimuleren en te wijzen op de noodzaak van en medewerking aan planmatig beheer; (e) te streven naar het instellen van jachttoezicht, teneinde zo goed mogelijk uitvoering te geven aan de beheerplannen; (f) het geven van voorlichting; (g) het behartigen van de belangen van haar leden, zowel in als buiten rechte, alle zaken de uitoefening van het genot van de jacht in de ruimste zin des woords betreffende; (h) het bevorderen van de kennis en ervaring alle zaken de jacht en/of beheer en/of schadebestrijding betreffende, bij de aangesloten leden, deelnemers en donateurs; (i) het indien nodig voeren van overleg met overheden, en andere daartoe in aanmerking komende instanties; (j) het verkrijgen van subsidies en bijdragen teneinde goed wildbeheer mogelijk te maken; (k) het houden/coördineren van tellingen en afschotregistratie.
Leden
Artikel 6

  1. Leden van de vereniging kunnen zijn zij die de leeftijd van achttien (18) jaar hebben bereikt, en/of bij wet erkende rechtspersonen, die: (a) gerechtigd zijn tot de uitoefening van de jacht (zoals bedoeld in deze statuten) en/of beheer en/of schadebestrijding binnen het werkgebied van de vereniging; (b) eigenaren zijn, dan wel gebruikers van gronden, waarop het jachtrecht is verhuurd aan één of meer leden van de vereniging; (c) toestemming hebben de jacht uit te oefenen in of buiten gezelschap van de jachthouder; en/of (d) drijvers en jachthondenmensen die de doelstelling van de vereniging onderschrijven.
  2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen (waaronder e-mailadressen en telefoonnummers) van alle leden zijn opgenomen.
Deelnemers en donateurs 
Artikel 7

  1. Deelnemers zijn: (a) houders van omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit, die niet in de gelegenheid zijn tot de uitoefening van de jacht in het werkgebied van de vereniging en die bereid zijn aan de wildbeheeractiviteiten van de vereniging actief deel te nemen; (b) andere personen die de doelstelling van de vereniging onderschrijven en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
  2. Donateurs zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen door een door de algemene vergadering vastgestelde jaarlijkse minimumbijdrage en het doel van de vereniging onderschrijven.
  3. Deelnemers en donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen, dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
  4. Behalve de overige rechten die aan deelnemers en donateurs bij of krachtens deze statuten worden toegekend, hebben zij het recht aan de door de vereniging georganiseerde activiteiten deel te nemen.
  5. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen (waaronder e-mailadressen en telefoonnummers) van alle deelnemers en donateurs zijnopgenomen.
Toelating
Artikel 8

  1. Het verzoek om te worden toegelaten als lid, deelnemer of donateur dient schriftelijk of per e- mail te worden ingediend bij het bestuur.
  2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden, deelnemers en donateurs. Een en ander kan geschieden op voordracht van een bij huishoudelijk reglement in te stellen ballotagecommissie.
  3. Het bestuur is verplicht een verzoek om te worden toegelaten als lid in te willigen indien de verzoeker jachthouder is van een zelfstandig bejaagbaar jachtveld in het werkgebied van de vereniging en in het bezit is van een geldige omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit, tenzij zwaarwegende en gemotiveerde argumenten een dergelijke inwilliging niet rechtvaardigen.
  4. Bij niet-toelating tot lid door het bestuur kan de algemene vergadering op de wijze als voorzien bij huishoudelijk reglement alsnog tot toelating besluiten.
Einde van het lidmaatschap
Artikel 9

  1. Het lidmaatschap eindigt: (a) door de dood van het lid/natuurlijke persoon, dan wel door het ophouden te bestaan van het lid/rechtspersoon of zoveel eerder als deze rechtspersoon wordt ontbonden; (b) door opzegging door het lid; (c) door opzegging namens de vereniging; (d) door ontzetting.
  2. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage geheel verschuldigd.
Opzegging
Artikel 10

  1. Opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten en huishoudelijk reglement gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, waaronder wordt begrepen het niet loyaal uitvoering geven aan het vastgestelde faunabeheerplan en/of het niet aanleveren/registreren van de door de vereniging gevraagde verplichte afschot en/of inventarisatiegegevens, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
  3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier (4) weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in artikel 10 lid 3, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
  6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond van het feit dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren staat de betrokkenen binnen één (1) maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
  7. Bij huishoudelijk reglement kan de opzeggingsprocedure nader geregeld worden.
Ontzetting
Artikel 11

  1. Ontzetting kan alleen geschieden wanneer een lid of in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijkewijze benadeelt. Onder benadeling wordt in ieder geval verstaan een overtreding van de Omgevingswet, Provinciale Verordeningen en/of de Wet wapens en munitie.
  2. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
  3. Van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkenen binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
  4. Bij huishoudelijk reglement kan de ontzettingsprocedure nader geregeld worden.
Schorsing
Artikel 12

Het bestuur is bevoegd als disciplinaire maatregel een lid te schorsen, steeds voor een periode van maximaal twee (2) maanden, zonder dat daar een besluit tot opzegging of ontzetting aan vooraf gaat. Bij of krachtens huishoudelijk reglement kunnen nadere regels gesteld worden.

Einde van de rechten en verplichtingen van deelnemers en donateurs
Artikel 13

  1. De rechten en verplichtingen van een deelnemer en een donateur kunnen te allen tijde zowel door de vereniging als door de deelnemer of donateur door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
Jaarlijkse bijdrage
Artikel 14

  1. De leden, deelnemers en de donateurs zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen. Bij of krachtens huishoudelijk reglement kunnen nadere regels worden gesteld.
  2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
Bestuur
Artikel 15

  1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit oneven aantal van ten minste vijf (5) personen en wordt door de algemene vergadering benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd. Het aantal bestuursleden wordt, met inachtneming van het hiervoor bepaalde, door de algemene vergadering vastgesteld. De benoeming geschiedt uit de leden, waarbij wordt gestreefd naar een samenstelling als volgt: [a]ingeval artikel 19a op de vereniging van toepassing is: drie (3) leden jachthouders/jagers, waarvan één (1) de leeftijd van zevenendertig (37) jaar nog niet heeft bereikt; één (1) lid grondeigenaar, dan wel grondgebruiker en niet zijnde jachthouder; en één (1) lid uit de overige leden. [b]ingeval artikel 19b op de vereniging van toepassing is:drie (3) leden die toestemming van de vereniging hebben verkregen voor het jagen buiten gezelschap, waarvan één (1) de leeftijd van zevenendertig (37) jaar nog niet heeft bereikt; één (1) lid grondeigenaar, dan wel grondgebruiker en niet zijnde jachthouder; en één (1) lid uit de overige leden.
  2. De algemene vergadering kan besluiten dat één (1) lid van het bestuur van buiten de leden wordt benoemd.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in artikel 15 lid 5.Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als ten minste één/vierde (1/4e) van de leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door ten minste één/vierde (1/4e) van de leden moet minimaal tweeënzeventig (72) uur vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
  4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derden (2/3e) van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin de meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig artikel 15 lid 4 aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de Algemene Vergadering vrij in de keuze.
  6. Indien er meer dan één (1) bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
  7. Indien de enige voordracht één (1) kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.
Einde bestuurslidmaatschap - schorsing
Artikel 16

  1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie (3) jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
  3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: (a) ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden is benoemd, door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging; (b) door schriftelijk bedanken.
  4. Ingeval van belet of ontstentenis van een bestuurder zijn de overgebleven bestuurders of is de enig overgebleven bestuurder tijdelijk met het gehele bestuur van de vereniging belast. Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders wordt de vereniging tijdelijk bestuurd door de persoon die daartoe door de algemene vergadering moet zijn aangewezen, alles onder de verplichting van het bestuur of de tijdelijke bestuurder om zo spoedig mogelijk een algemene vergadering bijeen te roepen, teneinde definitief in de vacature(s) te voorzien. 
Bestuursfuncties - besluitvorming van het bestuur
Artikel 17

  1. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid (uitgezonderd de voorzitter) kan, meer dan één (1) functie bekleden.
  2. Iedere bestuurder heeft één (1) stem. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslagingen en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met de haar verbonden organisatie. Indien hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering. Iedere bestuur is gehouden eigener beweging aan zijn medebestuurders alle inlichtingen te verschaffen omtrent de mogelijkheid van een of meer tegenstrijdige belangen tussen hem en de vereniging.
  3. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door of namens de secretaris notulen opgemaakt, die na vaststelling door de vergadering door de voorzitter en secretaris worden ondertekend.
  4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
Bestuurstaak-vertegenwoordiging
Artikel 18

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
  2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
  3. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het aangaan van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
  4. Het bestuur behoeft eveneens voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot: (a) het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen die een door de algemene vergadering vastgesteld bedrag of vastgestelde waarde overstijgen, onverminderd het hierna onder b. bepaalde; (b) het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen; (c) het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend; (d) het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet; (e) het aangaan van vaststellingsovereenkomsten; (f) het optreden in rechte (waaronder niet begrepen het voeren van geschillenprocedures) doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden; (g) het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten en/of opdrachten tot dienstverlening; (h) het aangaan van een overeenkomst tot huur en verhuur van het genot van de jacht op gronden, gelegen binnen het werkgebied van de vereniging, indien daarmee een financiële verplichting wordt aangegaan die de draagkracht van de vereniging te boven gaat; (i) uitgaven die de betreffende begrotingspost met meer van tien procent (10%) overschrijden. - Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
  5. Onverminderd het in de laatste volzin van artikel 18 lid 3 bepaalde wordt de vereniging vertegenwoordigd: (a) hetzij door het bestuur; (b) hetzij door de voorzitter en één (1) ander bestuurslid gezamenlijk.
  6. Het bestuur is bevoegd derden volmacht te verlenen om de vereniging binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen.
Jachtregeling samenwerkende jachthouders; wederverhuur
Artikel 19a

  1. In geval de vereniging jachthouder wordt op gronden, welke zijn gelegen in het jachtveld van leden zal het bestuur onverwijld tot wederverhuur van het genot van de jacht aan de laatstzittende jachthouder met een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit overgaan, mits deze lid is van de vereniging en er geen zwaarwegende redenen zijn om niet aan hem/haar te verhuren.
  2. Als de verhuurder – zoals bijvoorbeeld een gemeente of Staatsbosbeheer – als voorwaarde stelt dat alle door haar beschikbare gestelde gronden in hun geheel aan de vereniging worden verhuurd dan worden de kosten van de niet-bejaagbare delen naar rato verdeeld over de wederhuurders van de vereniging, zie lid 1, waarop wel het wildbeheer op de desbetreffende gronden uit de hoofdverhuur overeenkomst mag worden gevoerd.
  3. In het geval dat delen van door de hoofdverhuurder beschikbaar gestelde gronden in het werkgebied van een andere wildbeheereenheid liggen en met de vereniging de verhuurovereenkomst is gesloten, wordt het recht tot wildbeheer op de desbetreffende gronden door de vereniging verhuurd aan de wildbeheereenheid in wier gebied deze gronden liggen.
  4. Indien de jachthouder van door de vereniging aan hem verhuurde gronden na te zijn aangemaand de jachthuur nog niet heeft voldaan, dan is de vereniging gerechtigd om de jachthuur overeenkomst eenzijdig en per direct op te zeggen met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 lid 4 sub h.
  5. Indien de jachthouder van een via de vereniging door de hoofdverhuurder beschikbaar gestelde grond – na herhaald overleg met het bestuur – niet meer wil pachten, dan zal het bestuur een voordracht tot wederverhuur opmaken met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 lid 4 sub h.
  6. In die gevallen waarin de vereniging rechtstreeks het genot van de jacht huurt, zalzij bedingen dat wederverhuur aan de daarvoor in aanmerking komende leden contractueel in een jachthuurovereenkomst met de vereniging wordt vastgelegd.
  7. Het in de artikel19a lid 1 tot en met artikel 19a lid 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing als de vereniging de toestemming van de grondgebruiker verkrijgt voor het betreden van de gronden voor - en de uitvoering van - populatiebeheer en schadebestrijding, mits deze jachthouder lid is van de vereniging en er geen zwaarwegende redenen zijn om deze toestemming niet aan hem/haar door te schrijven.
Jachtregeling vereniging is jachthouder; jagen buiten gezelschap
Artikel 19b

  1. In die gevallen waarin de vereniging rechtstreeks het genot van de jacht huurt, zal zij bedingen dat de vereniging bevoegd is toestemmingen jagen buiten gezelschap, als bedoeld in artikel 11.64 lid 1 onder d van het Besluit activiteiten leefomgeving te mogen verlenen en dat dit in een jachthuurovereenkomst met de vereniging wordt vastgelegd.
  2. In geval de vereniging jachthouder is zal de vereniging onverwijld overgaan tot verstrekken van toestemming jagen buitengezelschap als bedoeld in 11.64 lid 1 onder d van het Besluit activiteiten leefomgeving.
  3. Als de verhuurder - zoals bijvoorbeeld een gemeente of Staatsbosbeheer – als voorwaarde stelt dat alle door haar beschikbare gestelde gronden in hun geheel aan de vereniging worden verhuurd dan worden de kosten van de niet-bejaagbare delen gelijkelijk verdeeld over de houders van toestemming om te jagen buiten gezelschap in de vereniging, artikel 19b lid 1, waarop wel het wildbeheer op de desbetreffende gronden uit de hoofdverhuur overeenkomst mag worden gevoerd.
  4. In het geval dat delen van door de verhuurder beschikbaar gestelde gronden in het gebied van een andere wildbeheereenheid liggen en met de vereniging de verhuurovereenkomst is gesloten, dan wordt het recht tot wildbeheer op de desbetreffende gronden door de vereniging verhuurd aan de wildbeheereenheid in wier gebied deze gronden liggen.
  5. Indien de jager die van de vereniging toestemming heeft om te jagen buiten gezelschap is aangemaand en desondanks de vergoeding nog niet heeft voldaan, dan is de vereniging gerechtigd om deze toestemming eenzijdig en per direct in te trekken. Het bestuur maakt dan een nieuwe voordracht voor een toestemming en legt deze voor aan de algemene vergadering.
  6. Indien de jager van een via de vereniging door de hoofdverhuurder beschikbaar gestelde grond – na herhaald overleg met het bestuur – niet meer wil bejagen, dan zal het bestuur een voordracht tot bejaging opmaken en aan de algemene vergadering voorleggen
  7. Het in de artikel19b lid 1 tot en met artikel 19b lid 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing als de vereniging de toestemming van de grondgebruiker verkrijgt voor het betreden van de gronden voor - en de uitvoering van - populatiebeheer en schadebestrijding, mits de jager lid is van de vereniging en er geen zwaarwegende redenen zijn om deze toestemming niet aan hem/haardoor te schrijven.
Geschillenafhandeling
Artikel 20

Geschillen met betrekking tot jachtaangelegenheden binnen het werkgebied van de vereniging tussen
  1. de leden van de vereniging onderling,
  2. tussen leden van de vereniging en het bestuur,
  3. alsmede geschillen met betrekking tot (toetreding tot) het lidmaatschap, statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, worden afgehandeld overeenkomstig een door landelijke jagersvereniging(en) vastgestelde landelijke geschillenregeling.
Bestuursverslag -rekening en verantwoording
Artikel 21

  1. Het verenigingsjaar loopt van één (1) januari tot en met éénendertig (31) december.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes (6) maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn bestuursverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
  4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee (2) personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur met de daarbij behorende stukken als bedoeld in artikel 21.3 en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
  5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. De kosten hiervan komen ten laste van de vereniging voorzover zij niet bovenmatig zijn. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
  6. De opdracht aan de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
  7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de artikel 21 lid 2 en artikel 21 lid 3, zeven (7) jaar lang te bewaren.
Algemene vergadering
Artikel 22

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes (6) maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: (a) het bestuursverslag; (b) de vaststelling van de jaarrekening; (c) de decharge van de individuele bestuurders voor het door ieder van hen gevoerde bestuur; (d) de benoeming van de in artikel 21.4 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar; (e) voorziening in eventuele vacatures; (f) voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
  4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende (1/10e) gedeelte van de stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier (4) weken. Indien aan het verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 26 of bij advertentie in ten minste één (1) ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.
Toegang en stemrecht
Artikel 23

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, alle deelnemers en alle donateurs. Bestuursleden hebben als zodanig in de algemene vergadering een raadgevende stem. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, tenzij anders in deze statuten bepaald.
  2. Over toelating van andere dan de in artikel 23 lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur.
  3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één (1) stem.
  4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen met dien verstande dat een lid maximaal voor twee (2) andere leden mag stemmen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
Artikel 24
  1. De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt, die na vaststelling door de vergadering door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt zo spoedig mogelijk maar zeker binnen twee (2) maanden na afloop van de vergadering ter kennis van de leden gebracht.
Besluitvorming van de algemene vergadering
Artikel 25

  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het artikel 25 lid 1 bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Het bestuur kan elektronisch stemmen toelaten en daaraan voorwaarden verbinden. Deze voorwaarden dienen bij de oproeping tot de vergadering aan de leden te worden medegedeeld.
  5. Tenzij het bepaalde in artikel 15 lid 7 toepassing vindt, heeft indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee (2) personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij die voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één (1) persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee (2) personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
  6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
  7. Alle stemmingen, behoudens stemming over personen - deze geschiedt schriftelijk-geschieden mondeling, tenzij een lid schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
  8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn dezen niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. De bestuurders dienen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid te zijn gesteld om advies uit te brengen.
  9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen. De bestuurders dienen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid te zijn gesteld om advies uit te brengen.
Bijeenroepen algemene vergadering
Artikel 26

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. Deoproeping geschiedt schriftelijk (waaronder ook per e-mail en andere gangbare communicatiemiddelen) aan de adressen van de leden, deelnemers en donateurs volgens het register bedoeld in artikel 6.2. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven (7) dagen.
  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
Statutenwijziging, juridische fusie en juridische splitsing
Artikel 27

  1. Tenzij artikel 25 lid 9 toepassing vindt, kan in de statuten van de vereniging geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf (5) dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld aan alle leden ter kennis gebracht.
  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde (2/3e) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet ten minste twee/derde (2/3e) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt niet eerder dan één (1) week na de eerste vergadering doch binnen vier (4) weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen.
  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
  5. Het hiervoor in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
Ontbinding
Artikel 28

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de artikel 27 lid 1 tot en met artikel 27 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
  2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degene die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid van de vereniging waren. Ieder hunner ontvangt een deel naar rato van hun contributie over het laatste boekjaar. Bij besluit tot ontbinding kan echter door de algemene vergadering ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
  4. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekendebaten meer aanwezig zijn.
  5. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende zeven (7) jaren na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaar(s) als zodanig is aangewezen.
Huishoudelijk reglement
Artikel 29

  1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
  2. De artikel 27 lid 1 en artikel 27 lid 2 zijn van overeenkomstige toepassing.
  3. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
Slotbepaling
Artikel 30

In alle gevallen waarin de wet, deze statuten of huishoudelijk reglement niet voorzien, als mede in die gevallen waarin onderdelen van de statuten en huishoudelijk reglement verschillend kunnen worden uitgelegd, beslist het bestuur.


De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.